Bakkums Boetje: tuindersbedrijf tussen traditie en toekomst

Hoe zag de omgeving er 25 jaar geleden uit voor de tuinders in Heerhugowaard? “Aan de ene kant van de Middenweg is veel nog hetzelfde als toen, aan de andere kant rukt de stad Heerhugowaard duidelijk op. Wat goed is: het hoort bij de ontwikkeling van een groeigemeente als Dijk en Waard.”

Aan het woord is Niels Bakkum, die samen met zijn vrouw Susan een tuinderbedrijf heeft in Heerhugowaard de Noord. Door de winkel is het bedrijf algemeen bekend onder de naam Bakkums Boetje.

Van vader op zoon

Dit tuindersbedrijf is van opa op vader overgegaan op Niels die al zo’n dertig jaar het bedrijf runt. “In het begin nog een aantal jaren samen met mijn vader, die zelfs nu op 75-jarige leeftijd nog graag betrokken is bij het reilen en zeilen. We wonen ook nog steeds in hetzelfde huis dat opa Bakkum in 1929 heeft neergezet, maar sindsdien is het wel een aantal keren verbouwd. We telen in de basis diverse koolsoorten zoals rode-, witte- en spitskool. De kolen worden direct van het land verkocht of opgeslagen in koelcellen om op het meest geschikte moment te verkopen in binnen- maar voornamelijk buitenland.”

Bakkums Boetje

Een rondleiding over het terrein gaat ook langs de koelcellen waarin de kolen metershoog staan opgesteld. En langs het land van Bakkum, waar momenteel aspergebedden liggen, zo ver het oog reikt. “Wij zijn in 2014 gestart met de verkoop van groene asperges, om aan de vraag van de consument te voldoen. Als tuinder - of wat voor ondernemer dan ook-, moet je altijd blijven innoveren en inspelen op de markt. Je kunt eigenlijk nooit tevreden achterover leunen. Als tuinder misschien nog wel meer [LG1] omdat wij afhankelijk zijn van de elementen. Daarnaast speelt vraag en aanbod een belangrijke rol. De winkel zijn we begonnen  omdat we zagen dat de consument steeds meer behoefte heeft aan eerlijke en verse producten uit eigen streek. Door onze producten te verkopen in ‘Bakkums Boetje’ proberen we deze behoefte in te vullen.” Het bleek een succes, want van heinde en verre komen mensen tegenwoordig naar Heerhugowaard om het lokale product af te nemen. De producten die te koop zijn, zijn van eigen teelt maar komen ook van vele ondernemers uit de omgeving.

Teeltuitdagingen

“We zijn steeds op zoek naar nieuwe (teelt)uitdagingen om uit te proberen, nieuwe rassen, producten en teeltmethoden. Naast de asperges telen we sinds enkele jaren pioenrozen samen met de firma Zuurbier. De teelt van onze producten vindt plaats op gronden in Heerhugowaard en omstreken, dus zijn het echte lokale producten. Dat verhaal vertellen we er graag bij. Ook telen we diverse aardappelrassen voor pootgoed en consumptie, en voor de benodigde vruchtwisseling telen we ook ‘Luzerne’, bestemd voor paardenvoer. Dit gewas zorgt ervoor dat het land een jaar rust krijgt. Tevens zorgt het voor stikstofbinding uit de lucht wat het jaar erna weer ter beschikking van het gewas komt.”

Verandering van het landschap

Toen Niels nog een jochie was, groeide hij al op in dit gebied, en ook naar school en uitgaan deed hij in deze contreien. Vindt hij het niet jammer om de omgeving te zien veranderen? “Nee, Het zou ook naïef zijn te denken dat het altijd zo kan blijven. Land is schaars en zo lang de bevolking groeit moeten er huizen worden gebouwd, wegen worden aangelegd en ook voor bedrijven moet er ruimte worden ingericht. Ik heb er weleens aan gedacht om grond te verkopen aan de gemeente, maar zo lang wij goed draaien is dat niet nodig. Wel is het lastig dat we steeds meer tijd kwijt zijn aan wet- en regelgeving. Duurzaam telen is de toekomst en dat vraagt de klant ook steeds meer van ons. Net als dat klimaatveranderingen vragen om de teelt van andere rassen of om andere manieren van telen. Nogmaals: ik klaag daar niet over omdat het inherent is aan het ondernemerschap. Het houdt je scherp en ik vind het ook leuk om me daarin te verdiepen.”

Samenwerkingsverbanden aangaan

In dit vakgebied zie je dat de kleine bedrijven verdwijnen terwijl de grote bedrijven steeds groter worden. “Dat vraagt aanpassingsvermogen maar ook dat je samenwerkingsverbanden aangaat met je collega tuinders. Ik ga graag bij collega tuinders kijken hoe zij het doen. Bij voorkeur bij bedrijven die ook een boerderijwinkel hebben zoals wij. Zelfs op vakantie gaan Susan en ik bij soortgelijke bedrijven langs. Ik vind trouwens dat wij groot genoeg zijn, ik zou niet nog meer willen groeien. Onze kinderen werken ook al pittig mee in het bedrijf, komen al met goede ideeën en qua opvolging van zowel de tuinderstak als de winkel maak ik me geen zorgen. Het zal mijn tijd wel duren.”