Centrumwaard

Categorieën

  • Heerhugowaard
  • Woonomgeving

Centrumwaard wordt de komende jaren gemoderniseerd. De wens is om een levendig centrumgebied te realiseren, waar het fijn is om te wonen, winkelen en ontmoeten.

Ondernemen in Centrumwaard

In Centrumwaard zijn inwoners, ondernemers en gemeente hard aan de slag met de plannen om het gebied te verbeteren. Om het winkelgebied Centrumwaard aantrekkelijker te maken. Dat gaat onder andere over de inrichting van de openbare ruimte, maar ook over samenwerken tussen de ondernemers (een Bedrijveninvesteringszone) en het aantrekken van nieuwe ondernemers die het winkelaanbod verrijken. 

Heeft u vragen?

Wilt u meer informatie? Of ziet u kansen in Centrumwaard? Wilt u een winkel starten of verplaatsen naar dit gebied dat volop in beweging is?
Stuur dan een mail(Verwijst naar een e-mailadres) of bel 072 575 55 55(Verwijst naar een telefoonnummer) naar Ageeth Kuijs, accounthouder Retail.  

Markt in Centrumwaard

Op maandag van 10.00-16.30 uur is er een wekelijkse markt op het Raadhuisplein in Heerhugowaard. 
Voor meer informatie over kosten of het aanvragen van een vergunning voor een marktstandplaats kijkt u op de pagina Marktstandplaats.

Van gebiedsvisie naar masterplan

De herontwikkeling van Centrumwaard gaat door. De eerder vastgestelde gebiedsvisie wordt uitgewerkt tot een masterplan en uitvoeringsplannen. Ook dit doen we weer samen met bewoners, ondernemers en andere betrokkenen uit het gebied. De gemeente faciliteert en ondersteunt. Dat past ook in het proces van democratische vernieuwing waarin de gemeente niet de bepalende is, maar medespeler en waarin de inhoud van de plannen samen met de samenleving wordt opgesteld.

In het opstellen van het masterplan is in de afgelopen periode voornamelijk aandacht geweest voor verkeersmobiliteit, veiligheid en parkeren. Een aantal onderwerpen, waaronder sociale cohesie en duurzaamheid zijn nog niet voldoende uitgewerkt. Daarom hanteren we voor het opstellen van het totale masterplan een gefaseerde aanpak.

Met projecten die direct opgepakt kunnen worden, gaan we aan de slag. Dat is de uitwerking van het masterplan fase 1. De uitwerking van de andere onderwerpen krijgen een plek in masterplan fase 2. Daarvoor organiseren we in elk geval half november een bijeenkomst.

Het opstellen van het masterplan doen we ook vanuit co-creatie. Gemeente Dijk en Waard neemt een faciliterende positie in. Vanuit gelijkwaardigheid en vertrouwen werken we met elkaar aan het concreet maken van de gebiedsvisie tot een masterplan, voor een vitaal en toekomstgericht Centrumwaard. Samen met inwoners, ondernemers en raadsleden zijn uitgangspunten geformuleerd, die we in het vervolgproces hanteren.

  • In het samenwerkingstraject om te komen tot het masterplan hanteren we de gebiedsvisie (richtinggevende uitspraken en perspectieven op dilemma’s) als uitgangspunt, de basis.
  • Maatwerk is voor de invulling van het masterplan de norm.
  • De gemeente werkt mee om alle noodzakelijke wijzigingen in bestemmingsplannen door te voeren om de realisatie van het masterplan Centrumwaard mogelijk te maken. Zij neemt daarvoor het initiatief en neemt, met inachtneming van het profijtbeginsel, de kosten op zich. 
  • De speelregels (speelruimte & spelregels) worden alleen in dialoog met de deelnemers aan het proces aangepast. 
  • De werkgroep Democratische Interactie en Participatie is actief betrokken bij het tot stand komen van het masterplan. De werkgroep houdt toezicht op het proces en is betrokken bij monitoring en evaluatie. Werkgroep DIP heeft in principe de rol van toehoorder en procesbewaker. Andere raadsleden zijn welkom, maar hebben géén inhoudelijke rol.
  • De inhoud van het masterplan komt in samenspraak met de deelnemers (inwoners, ondernemers, ontwikkelaars en gemeente) tot stand tijdens het ontwerpfestival. 
  • De gemeenteraad omarmt in principe de uitkomsten van het proces. In het kader van het algemeen belang neemt de gemeenteraad een voorgesteld besluit over vaststelling van het masterplan. Dit doet zij in dialoog met de deelnemers aan het proces.
  • Het schetsontwerp dient eerder geconstateerde dilemma’s tot oplossing te brengen. Als dat niet lukt, is het aan de raad om inhoudelijk een keuze te maken.
  • Het proces van opstellen masterplan en uitvoering is een gezamenlijk proces. Co-creatie samen met inwoners, ondernemers en ontwikkelaars doen we vanaf het begin tot het eind. We evalueren ook samen gedurende het hele proces.

Op 26 januari is er een digitale bewonersavond georganiseerd over Centrumwaard. Naast een toelichting op het proces is een eerste concept van het gewenste beeld, de architectuur voor mogelijke nieuwbouw, gepresenteerd. Deze uitwerking is nodig om mogelijke nieuwbouw te kunnen toetsen en daarmee te zorgen dat het gewenste dorpse karakter van Raadhuisplein en Middenweg wordt versterkt.

Doel van deze bijeenkomst was om vast te stellen of dit beeld een goede vertaling is van wat we met inwoners en ondernemers in de bijeenkomst van 18 november jl. hebben besproken. En natuurlijk passend bij de vastgestelde ambities en uitgangspunten zoals al opgenomen zijn in de Gebiedsvisie Centrumwaard (pdf, 30 MB) en het Masterplan fase 1 (pdf, 8 MB).

Naast het architectonisch beeld, hedendaags dorps, werd ook een ontwikkelingsrichting gepresenteerd. 
De deelnemers herkenden in de ontwikkelrichting niet hun inbreng uit eerdere bijeenkomsten en gaven aan het hiermee niet eens te zijn. Daar hebben wij natuurlijk naar geluisterd. Wij maken de plannen voor Centrumwaard samen. 

Hier vindt u de op 26 januari gepresenteerde en gehandhaafde sheets van het beeldkwaliteitsplan (pdf, 8 MB)
U heeft natuurlijk de mogelijkheid om hier nog op te reageren. Dat kan tot 13 februari via het platform Herinrichting Centrumwaard. Als u het beeldkwaliteitsplan in de week van 14 februari liever op een bijeenkomst wilt bespreken horen wij dat graag per mail van u.

Voor de volledigheid vindt u hier ook een document met de verwijderde sheets (pdf, 1 MB). Dit alleen als achtergrond. Deze worden niet meegenomen in het vervolgproces. Ze worden niet voorgelegd aan de gemeenteraad en zijn geen onderdeel van het masterplan fase 2.

Een overzicht van de processtappen (pdf, 1 MB) kunt u hier vinden.

Zoals gisteravond werd voorgesteld, laten we een impressie (een tekening van hoe het eruit kan komen zien) opstellen. Die zullen we ook op de website publiceren!

Ten slotte maken we van het beeldkwaliteitsplan een boekje. Ook dit document publiceren we op de website.

De afgelopen 2 jaar hebben betrokkenen (bewoners, ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeente) samengewerkt aan planvorming voor Centrumwaard door middel van een proces van democratische vernieuwing. In maart 2021 is hiervoor door de raad de Gebiedsvisie vastgesteld en in oktober 2021 het Masterplan fase 1. Op 24 mei 2022 heeft de gemeenteraad Masterplan fase 2(Verwijst naar een externe website) vastgesteld.

Het Masterplan fase 2 is een verdere uitwerking van de gebiedsvisie. De onderwerpen die in Masterplan fase 1 nog niet waren uitgewerkt worden hierin duidelijk. Het Masterplan fase 2 geeft kaders waarmee vastgoedeigenaren die dit willen, duidelijke plannen kunnen maken voor aanpassing of herontwikkeling van hun pand.

Centrumwaard is het oude dorpscentrum van Heerhugowaard. Om de dorpse sfeer terug te laten komen, is er een inrichtingsplan voor de openbare ruimte gemaakt. De vernieuwing is een stevige impuls om het oude dorpscentrum weer aantrekkelijk te maken.

Voor de dorpssfeer zijn drie elementen belangrijk: 

  1. Historisch. Het historisch karakter moet blijven en waar mogelijk versterkt.
  2. Ruimtelijk. Een dorp is kleinschalig. De nieuwe inrichting moet dat beeld ondersteunen.
  3. Functioneel. In Centrumwaard komen verschillende functies bij elkaar, zoals winkels, ontspanning en ontmoeten.

Op 30 november was er een bijeenkomst in de Brink, waar de plannen voor de Middenweg, Basiusstraat en Dreef, zijn gepresenteerd. 

Middenweg 

De Middenweg was een uitdaging voor de ontwerpers. Want alles moet een plek krijgen. De rijbaan voor auto’s, fietspaden, looproutes, parkeren en beplanting. En dat in een krappe ruimte. Maar het is gelukt.

De Middenweg is gezichtsbepalend voor de wijk. Deze hoofdweg krijgt zijn dorpse uitstraling door een bomenlaan terug te laten komen. De Middenweg blijft een 2-richtingenstraat. De nieuwe asfaltweg lijkt op een dorpse klinkerweg door op het asfalt een klinkermotief aan te brengen. De rijbaan wordt versmald. De parkeerplekken komen op trottoirniveau zodat de weg nog smaller lijkt. Door de smallere rijbaan wordt de snelheid van het verkeer geremd en ontstaat meer ruimte voor groen, voetgangers en fietsers. Aan beide kanten komen vrij liggende fietspaden en trottoirs.

Bij de winkels aan de Middenweg komt een 2-richtingenfietspad. Het trottoir aan de kant van de winkels wordt zo breed mogelijk. Op een aantal plekken blijft ruimte voor een terras of extra buitenruimte voor de winkels. Hier kunnen bewoners elkaar ontmoeten en een praatje te maken.

Wilt u meer weten over de herinrichting van de Middenweg en de start van de werkzaamheden? Bekijk dan de bewonersbrief "Bewonersbrief werkzaamheden Herinrichting Middenweg September 2023" onder de kop Documenten en links op deze pagina.

Basiusstraat en Dreef

De Basiusstraat en de Dreef lopen parallel aan de Middenweg. Deze straten krijgen extra groen en bomen. De gezonde en waardevolle bomen blijven, zo veel als kan, staan. De (bloeiende) beplanting geeft de straat kleur. Vogels, vlinders en andere insecten krijgen de ruimte. In deze straten wordt het asfalt vervangen door klinkers. Er is gekozen voor zo veel mogelijk groene opritten en parkeerplaatsen.

De Basiusstraat wordt ingericht als een woonstraat. Dat hoort bij de dorpse uitstraling. Deze straat blijft een 2-richtingenstraat met fietsers op de rijbaan. De rijbaan is nu ongeveer 7 meter breed. Deze  wordt versmald naar 5,50 meter. Er wordt rekening gehouden met vrachtverkeer van en naar het Raadhuisplein. De Basiusstraat voldoet zo aan de inrichtingseisen voor 30 km/uur. De parkeerplaatsen worden op trottoirniveau aangelegd. Hierdoor lijkt de straat nog smaller. En dat levert weer een natuurlijke beperking van de snelheid op.

De Dreef wordt weer een 2-richtingenstraat. Het wordt een woonstraat met fietsers op de rijbaan. De rijbaan is nu nog ongeveer 7 meter breed. Dat wordt 4,80 meter. De Dreef voldoet zo aan de inrichtingseisen voor 30 km/uur. De parkeerplaatsen worden op trottoirniveau aangelegd. De straat lijkt zo nog smaller. Hierdoor passen automobilisten hun snelheid op een natuurlijke manier aan.

Pater Jan Smit School

Naar de verkeerssituatie rond de Pater Jan Smit School is nadrukkelijk gekeken. Om een verkeerveilige situatie te creëren, wordt het schoolplein wordt optisch doorgetrokken tot aan de rijbaan. De ‘schoolzone’ is zo goed herkenbaar. Omdat de rijbaan wordt versmald, is het niet meer mogelijk om naast het doorgetrokken schoolplein stil te staan om kinderen te brengen of te halen. Wel komen er een paar extra parkeerplaatsen bij.

In september 2020 is er een participatietraject gestart met 4 digitale bijeenkomsten. Op basis van deze bijeenkomsten zijn de belangrijkste thema’s voor de gebiedsvisie bepaald. Daarna zijn de thema's verder uitgewerkt in "richting gevende uitspraken". Deze zijn gevormd tijdens 5 digitale bijeenkomsten in november en december 2020, door een groot aantal omwoners en ondernemers.

Vanaf 6 januari 2021 hadden omwonenden en ondernemers de mogelijkheid om hun mening te geven over de visie. Dit heeft geleid tot de gebiedsvisie die door de gemeenteraad is vastgesteld.

In verschillende werksessies zijn de richtinggevende uitspraken en de uitgangspunten van de gebiedsvisie verder ingevuld en concreter gemaakt. Hierbij was met name veel aandacht voor verkeer; de veiligheid, leefbaarheid, bereikbaarheid en parkeren.

De belangrijkste concrete uitspraken om te komen tot een uitnodigende buurt met een uniek bruisend dorpscentrum zijn:

  • Dorps: impuls naar dorpse kwaliteit!
  • Aandacht voor sociale veiligheid
  • Opdeling Raadhuisplein in 3 velden (verblijfsgebied, groen/parkeergebied, parkeergebied)
  • Behoud ruimte voor evenementen op het Raadhuisplein
  • Verbeter de uitstraling van het plein
  • Zorg voor zichtbaarheid/uitnodigende uitstraling Raadhuisplein
  • Trek het profiel van de Sportlaan door op de Raadhuisstraat
  • De detailhandel concentreren en zorg bij leegstand voor een nieuwe functie
  • Zorg voor vergroenen
  • Sportvelden, het groene hart van de wijk

Op basis van de uitkomsten van het ontwerpfestival is door stedenbouwkundig bureau BuroURSEM een eerste schetsontwerp opgesteld. Dit schetsontwerp is op 8 juli digitaal gepresenteerd.

Het concept schetsontwerp was volgens de aanwezigen een goede weergave van de uitkomsten van het ontwerpfestival. Doel is om het masterplan fase 1 en stedenbouwkundig schetsontwerp op 26 oktober ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

Veel dank aan alle inwoners, ondernemers en vastgoedpartijen die keer op keer enthousiast en gemotiveerd van de partij zijn! 

Dijk en Waard BouwApp

Met de Dijk en Waard BouwApp houden wij u op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom bouwprojecten in de buurt. Lees meer informatie over de Dijk en Waard BouwApp en download de App gratis.

Nieuws

Blijf op de hoogte en lees hieronder het laatste nieuws over de herinrichting Centrumwaard.

Nieuwsbrief Centrumwaard in uw mailbox (Verwijst naar een externe website)

Ontstaan van de Kilpolder

De Kilpolder als oplossing voor overtollig water

Is water een vriend of een vijand? Om de Kilpolder te begrijpen, gaan we terug naar de tijd dat het gebied van Heerhugowaard nog bestond uit een meer, de Grote Waert of Zuijder Waert. In 1624 begon men onder leiding van de notabelen Nanning van Foreest en Floris van Teylingen met het aanleggen van een dijk en een ringvaart rondom dit meer, waarna het droogmalen begon. In 1630 viel het meer droog en ontstond de nieuwe polder, Heer Huijgen Waert (wordt verder vermeld als polder Heerhugowaard), genoemd naar de zuidelijke dijk die van Oudorp via Oterleek naar Rustenburg loopt. Deze dijk stond bekend als de ‘Heer Huijgen Dijck’ of kortweg ‘Huijgen Dijck’. Toen de polder droogviel, bleek de bodem ongelijk: het noordelijke deel lag ongeveer 2,70 meter onder NAP, terwijl het zuidelijke deel ongeveer 3,70 meter onder NAP lag, met een verschil van ruim een meter. Water bleef daardoor een probleem. Om de afwatering beter te regelen waren onderpolders noodzakelijk. 

Elke onderpolder had zijn eigen afwateringsysteem. Binnen de ringvaart werd de polder verdeeld in veertien onderpolders, met verschillende waterstanden, gescheiden door dammen, duikers en sluisjes. Om te voorkomen dat water van hoger gelegen gebieden naar lagere delen stroomde, moesten de waterstanden goed worden beheerd. Duikers verbonden de verschillende delen van de polder. Door de jaren heen veranderden de grenzen door experimenten met dammen, duikers en molens, wat uiteindelijk resulteerde in negen onderpolders. Buiten deze groep vielen de onderpolders Veenhuizen en Otterleek. Een van deze onderpolders, het gebied tussen de Middenweg en de Westertochtsloot (van de huidige spoorlijn naar Hoorn tot de Stationsweg), werd de Kilpolder genoemd. Wat deze onderpolder uniek maakte, was dat hij hoger lag dan het omliggende land, iets wat in de 19e eeuw ‘kil’ werd genoemd. Vandaar de naam Kilpolder. 

Betekenis ‘Kil’

Kil is een oud woord voor kreek of waterdiepte tussen zandbanken. Als een kreek opdroogt dan verzandt deze. Wanneer het omliggende land uit klei bestaat klinkt de klei in en komt dan lager te liggen. De droge kreek met zijn zandbanken komt daardoor hoger te liggen dan zijn omgeving. Dat is het geval met de Kilpolder. Deze onderpolder bleef daardoor gespaard voor het hoge waterpeil in de winter. Kil betekent in dit geval dus: hoger gelegen land.

Het ontstaan van de Kilpaden

In de 19de eeuw, rond 1870, was het noordelijke deel van de Kilpolder bedekt met het bos Scherpenheuvel. Ten zuiden van het bos, in het weidengebied, ontstonden landpaden. Langs deze paden werden boerderijen en arbeidershuisjes gebouwd. Deze landpaden werden Kilpaden genoemd omdat ze in de Kilpolder lagen. De Kilpaden liepen vanaf de Middenweg in westelijke richting tot de Westertochtsloot, zoals te zien is op onderstaande getekende kaart uit 1930. In de wigvormige ruimtes van het Raadhuisplein en de pleinen in de Schrijversbuurt zijn de oorspronkelijke perceelvormen van de droogmakerij, die ontstonden als gevolg van de knik in de Middenweg, nog herkenbaar.

Kilpaden waren onverharde wegen en doodlopende paden die uitkwamen op de Middenweg. De Eerste Kil lag ter hoogte van de Cromhoutstraat, de Tweede Kil op de plaats van de Van Loonstraat. De Eerste en Tweede Kil liepen tot de Westertochtsloot. De Derde Kil liep helemaal door tot de spoorlijn naar Hoorn en lag tussen huisnummers Middenweg 275-277 en de Vierde Kil begon bij de ingang van de Coltermanlaan. De onverharde Kilpaden hadden diepe kuilen, die soms gedicht werden met grove sintels uit de kolenkachel. Met regenachtig weer en in de wintertijd waren de paden modderig en vaak zeer slecht begaanbaar. De bewoners strooiden de as uit hun kachels over de paden maar dat zal weinig geholpen hebben. De bakker kon bijvoorbeeld niet met zijn kar door de modder en ging dan met een zak brood op zijn rug de klanten langs en dat was best wel zwaar. De Kilpaden werden altijd “de Kil van … genoemd”, meestal naar de familie die als eerste aan het pad woonde. Zo had je de Kil van slager Stam, de Kil van bakker Rood, de Kil van Petrus Smit en de Kil van Gert Brink.

De Kilpolder was een uitzondering in de polder Heerhugowaard, omdat elders in de polder geen boerderijen diep in het land werden gebouwd vanwege de waterstand. Bij windstilte konden de molens niet malen en overstroomden de akkers en weilanden. Voor bewoners van de Kilpolder was het een voordeel dat hun land hoger lag, waardoor ze geen natte voeten kregen.

Ouderdom van de Kilpaden

Het oudste landpad was de Tweede Kil, die al voor 1832 liep vanaf de Middenweg naar een kleine woning bij de Westertochtsloot. In 1866 volgde de Eerste Kil zuidelijker, waar de boerderij Eerste Kil 5 werd gebouwd. De Derde en Vierde Kil kwamen in het zuidelijke deel van het bos Scherpenheuvel te liggen. Rond 1870 werd dit deel van het bos gekapt, zoals blijkt uit de bouw van de stolpen aan de Derde en Vierde Kil tussen 1872 en 1875. De Derde Kil is waarschijnlijk ouder dan de ontbossing en liep oorspronkelijk door het bos, wat de bochtjes zou verklaren. De Derde Kil ontstond rond 1865 in verband met de aanleg van de spoorlijn naar Den Helder. In 1847 stond er al een boerderij (van Vreeker) aan de westzijde van de Westertochtsloot, bereikbaar via een pad vanaf de Westdijk. 

Door de aanleg van de spoorlijn die het pad naar de Westdijk doorkruiste, verviel het pad. Een nieuw pad in oostelijke richting werd aangelegd vanaf de boerderij over een brug over de Westertochtsloot door het bos Scherpenheuvel naar de Middenweg. Later kreeg de boerderij van Vreeker het adres Derde Kil 9. De eerste boerderij aan de Vierde Kil dateert uit 1875, en het bijbehorende pad werd als laatste aangelegd. Op kaarten uit 1960 en 2021 zijn de Kilpaden niet meer herkenbaar, maar ze bepaalden wel de loop van de Cromhoutstraat, de Van Loonstraat, de Middenweg tussen huisnummers 275 en 277, en de Coltermanlaan, evenals de afstanden daartussen. Herkent u op onderstaande kaart nog de vier Kilpaden?

Werken in de Kilpolder

Economische situatie en het ontstaan boerenbedrijfjes 

Heerhugowaard is gebouwd op de bodem van een voormalig meer. Daarom was een ringvaart, een ringdijk en een gemaal nodig om te voorkomen dat de polder door regenwater weer volloopt. De 17de eeuw was zwaar voor de eerste pioniers die op de bodem van het meer sloten moesten graven. Veel ging mis in het begin; molens stonden verkeerd en men leerde met vallen en opstaan hoe Heerhugowaard droog te houden. Kort na het ontstaan van de polder in 1630 brak er ook nog een grote economische crisis uit, wat de start van de nieuwe polder extra moeilijk maakte.

Veeteelt en waterbeheer

De molens waren niet in staat om een laag waterpeil te (be)houden in de polder Heerhugowaard. Het probleem was dat de polder te laag lag en de beschikbare middelen niet toereikend genoeg waren voor de waterbeheersing in de polder. Het gevolg hiervan was dat het niet mogelijk was om landbouwgrassen, zoals graan te verbouwen. Graan wortelt diep en wanneer het grondwater hoog staat, gaan de wortels rotten. Daarom was er alleen ruimte voor veeteelt. Bij veeteelt was vooral de grootte van het grasland van belang: voor de veeteelt was minstens toen hectare grasland of meer nodig. 

Landbouwcrisis 

In de 18e eeuw ontwikkelden zich in de polder grote en succesvolle veeteeltbedrijven. Maar in de 19e eeuw, rond 1870, brak een landbouwcrisis uit die heel Nederland trof. Veeboeren kregen het hierdoor zwaar. Middels de aanleg van spoorwegen en de opkomst van mechanische landbouwmachines konden Canada en de Verenigde Staten grote hoeveelheden goedkoop graan naar Europa exporteren. De concurrentie zorgde voor een sterke daling van de graanprijzen, waardoor Nederlandse boeren moesten concurreren met deze goedkope import. Een tweede gevolg was dat de kosten voor boerderijen stegen, terwijl de prijzen van landbouwproducten afnamen. Het werd voor boeren steeds lastiger om nog hun renten en pacht te kunnen betalen. 

Alleen de tuinbouw, die onder andere in Langedijk al op gang kwam, bood nog kansen. Terwijl veeboeren 20 tot 40 hectare grasland hadden, was dat voor tuinbouw ondenkbaar, zeker zonder mechanisatie. Er ontstond behoefte aan kleinere stukken grond van 1 tot 3 hectare.

Opkomst van de tuinbouw

Tuinbouw daarentegen was zeer arbeidsintensief. Veel mensen waren nodig om kleine percelen te bewerken. Hierdoor steeg het aantal inwoners in Heerhugowaard, en bood de polder werk aan veel meer mensen. Er ontstond vraag naar kleine stukjes grond waar voormalige knechten hun eigen tuinderij konden beginnen, om bijvoorbeeld kool, aardappelen en wortelen te telen. Door de groei van steden nam de vraag naar groenten sterk toe, en de vervoerskosten waren laag. Per schuit konden producten eenvoudig naar markten in Schagen, Alkmaar, Hoorn en Purmerend worden gebracht.

Cornelis Swaag en het ontstaan van tuinbouwbedrijfjes

In het jaar 1930 was de Kilpolder voor de helft bedekt was met het bos Scherpenheuvel. Dat bos en het grootste deel van de Kilpolder was eigendom van veeboer Cornelis Swaag tot 1882. Hij was een zeer vermogende veeboer in de polder Heerhugowaard. Hij zat in het polderbestuur en woonde op Middenweg 307, de boerderij Scherpenheuvel. Door de grote behoefte aan kleine percelen grond begon hij tijdens de grote landbouwcrisis van 1870 tot 1890 stukken grond openbaar te verkopen. Daarvoor vonden verkopen van grond nooit in het openbaar plaats. De grond wisselde bij de notaris van de ene grote veeboer naar de andere, niet in stukken, maar altijd in zijn geheel. Zo bleef de grond eeuwenlang in bezit van een kleine rijke elite.

Omdat Swaag vooral zijn bosgrond in de Kilpolder verkocht, ontstonden daar de eerste kleine tuinbouwbedrijfjes. Mechanisatie bestond nog niet, dus een tuinder kocht niet meer grond dan hij zelf met een schop kon omspitten. Geld voor een ploeg of paard had hij vaak niet. Om de grond te kopen, moesten tuinders bij particulieren lenen.

Kilpolder was populair voor de ‘kleine tuinder’

De Kilpolder was populair onder kleine tuinders, omdat het land hoger lag. Hier konden ze midden in het land een boerderij voor hun gezin bouwen op hun eigen grond. Tot in de 20e eeuw was aan de Middenweg geen land beschikbaar om een eigen stolp te bouwen. Dit kwam door de grote boerderijen die al gevestigd waren aan de Middenweg. Voor verbinding met de Middenweg en de Westertocht werden landpaden aangelegd. De Middenweg was belangrijk voor de lokale middenstand en de Westertocht voor het transport van producten per schuit.

De tuinbouw ontstond in de Kilpolder doordat hier grond beschikbaar kwam, en door de hoge ligging konden tuinders op hun eigen gekochte stuk land bouwen. Deze kleine tuinderijen groeiden niet uit tot grote boerderijen. Wie meer grond wilde, zocht ergens anders. Het omgekeerde gebeurde ook: wie failliet ging met een groot bedrijf, zocht vaak een kleinere plek, zoals in de Kilpolder.

Wonen in de Kilpolder

Stolpen langs de Kilpaden

Wanneer een tuinder een stuk grond kocht, moest hij eerst de bomen kappen en de boomstronken rooien voordat hij er een stolpje kon bouwen en de grond geschikt kon maken voor zijn tuinderij. Er zijn geen gegevens bekend of de grond in de Kilpolder meer of minder vruchtbaar was dan elders. Waarschijnlijk was de grond goed, anders zou een tuinder hier niet begonnen zijn. De opbrengst per hectare zal vergelijkbaar zijn geweest met andere plekken.

Langs de Kilpaden stonden kleine stolpboerderijen van het Noord-Hollandse type met een enkel vierkant en een grondoppervlakte van ongeveer acht bij acht meter. Bijna nergens in de polder Heerhugowaard werden boerderijen ver in het land gebouwd, behalve langs de Kilpaden. De afbeeldingen 4 en 5 laten zien hoe de stolpen aan de Kilpaden eruit zagen: soms met een aangebouwde schuur en soms met enkele hectare grond. Het waren boerenbedrijven met grond voor de kleine boer.

Kom binnen bij de stolp

De stolpboerderij had een woonkamer in het midden, rechts de keuken en links een slaapkamer. Het achterste gedeelte werd gebruikt als berging. Sommige eigenaren hadden een paar koeien en een paar geiten met daarnaast, zoals dat vroeger heette, een bouwerijtje. Het waren tuinders met maximaal 1 of 2 hectare grond voor wat aardappelen, kool of andere tuinbouwproducten. Deze bedrijven werden gekocht door startende boeren of boeren die tijdelijk onderdak zochten totdat zij de ouderlijke boerderij konden overnemen. Soms huurden grote boeren de stolpjes voor de verhuur. De grote veehouderijen in de polder Heerhugowaard lagen niet aan de Kilpaden maar aan de Middenweg, de Jan Glijnisweg en de Veenhuizerweg.

Het leven aan de Kilpaden toen en nu

Lage opbrengsten en beperkte oogsten

Het leven was hard op de boerderijen aan het Kilpad in de 19de eeuw. De opbrengsten van het boerenbedrijf waren gering, vanwege de kleine perceelgroottes.  Omdat mechanisatie nog ontbrak, bleef de productie kleinschalig en de opbrengst per tuinder bescheiden. 

Infrastructuur als erfgoed

Landschappelijke lijnen spelen vaak een cruciale rol in de ontwikkeling van een gebied. Ze verbinden steden, landschappen en gebouwen en vormen zo een belangrijke structuur. Zonder infrastructuur zoals wegen, spoorlijnen of waterwegen, zouden veel historische gebouwen niet hebben kunnen bestaan. Dit maakt oude infrastructuur waardevol, omdat deze een tastbaar onderdeel laat zien van ons erfgoed. Infrastructuur omvat verschillende elementen, van groot tot klein en van droog tot nat, zoals snelwegen, kanalen, dijken, kerkenpaden, tramwegen en bruggen. Al deze structuren vormen hun eigen netwerken, die vaak met elkaar verbonden zijn. De verschillende soorten infrastructuur vormen elk hun eigen netwerk, maar staan vaak ook weer in verbinding met elkaar.

Wat veel infrastructuur uniek maakt, is de voortdurende aanpassing aan nieuwe omstandigheden. Wanneer een verbinding succesvol is, zoals een weg of spoorlijn, heeft deze een grote invloed op het landschap, de economie en de manier waarop we leven. Zo veranderde het landschap van Heerhugowaard aanzienlijk met de aanleg van de Kilpaden en de kleine boerderijen langs deze paden.

Hoewel de meeste boerderijen en arbeiderswoningen inmiddels verdwenen zijn, is de erfenis van de Kilpaden nog zichtbaar in het huidige stratenplan. De aansluiting van de Kilpaden op de Middenweg is nog steeds herkenbaar: de Cromhoutstraat en de Van Loonstraat markeren bijvoorbeeld het eerste en tweede Kilpad, Middenweg 275-277 markeert het derde Kilpad, en de Coltermanlaan het vierde Kilpad. Vooral de 2 laatste Kilpaden zijn goed terug te vinden in de moderne plattegrond. De Kilpaden, ontstaan in de 19de eeuw, waren van groot belang voor de toegang tot de landbouwgronden en hebben een blijvende invloed gehad op de ontwikkeling van het landschap en de gemeenschap van Heerhugowaard.

Het behoud en zichtbaarheid van deze paden dragen bij aan het waarderen van de agrarische en sociale geschiedenis van het gebied. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het infrastructurele erfgoed en herinneren ons aan het leven en werken van de mensen die er woonden en werkten.

Meer informatie

Heeft u vragen of wil u meer weten over de herinrichting van Centrumwaard? Stuur ons dan een e-mail via centrumwaard@dijkenwaard.nl(Verwijst naar een e-mailadres).